Uit 'Het Rechte Spoor'


Vrijdag 14 november

Toen de koningin van Sjeba het gerucht over Salomo in verband met de Naam van de HEErE hoorde, kwam zij (...) Zij kwam bij Salomo en sprak tot hem over alles wat zij op haar hart had.

1 Koningen 10 vers 1 en 2

 

Er was voor de koningin van Sjeba maar één mogelijkheid om er zeker van te zijn dat wat over Salomo werd verteld, waar was: ze moest naar Jeruzalem. Ze ging en de werkelijkheid bleek de geruchten zelfs ver te overtreffen.

Salomo is een prachtig beeld van de Heere Jezus, de Vredevorst. Alleen, Hij is veel heerlijker dan Salomo. Als we tot Hem gaan, leren we Hem kennen.

Heel wat mensen hebben nog nooit contact met Hem gehad, zelfs niet gezocht, maar praten wel alsof ze van de hoed en de rand weten. Hen kun je eigenlijk niet serieus nemen.

Wie tot de Heere Jezus gaat, zal verbaasd zijn. Hoe hoog onze verwachtingen ook zijn, ze worden altijd overtroffen. Als eerste is het nodig Hem te leren kennen als Redder en Zaligmaker. Hij wil ook de Meester van ons leven zijn. Hij is de Zoon van God, de goede Herder en onze Hogepriester. Zijn namen en titels, Zijn heerlijkheden zijn niet te tellen.




Lees meer »

Donderdag 13 november

Hij, Die de afstraling van Gods heerlijkheid is en de afdruk van Zijn zelfstandigheid, Die alle dingen draagt door Zijn krachtig woord, heeft, nadat Hij de reiniging van onze zonden door Zichzelf tot stand had gebracht, Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoogste hemelen.

Hebreeën 1 vers 3

 

Sinds 2006 wordt Pluto niet meer tot de planeten van ons zonnestelsel gerekend. De acht overgebleven planeten – waaronder onze aarde – draaien allemaal in een min of meer cirkelvormige baan rond de zon. Alleen de baan van Pluto heeft de vorm van een ellips. Bovendien maakt die een hoek van 17 graden met de banen van de acht planeten. Daardoor kruist de baan van Pluto die van Neptunus. Toch zullen die twee nooit botsen, want voor elke twee rondjes die Pluto om de zon draait, doet Neptunus er drie. Lijkt het er niet sterk op dat een hemelse Schepper dit allemaal heeft bedacht en in Zijn hand houdt?

Ja, die Schepper werd Mens en heeft Zelf de reiniging van de zonden bewerkt. Jezus Christus stierf daartoe aan het kruis. Omdat Zijn verzoeningswerk volmaakt is, kon Hij opstaan uit de dood en gaan zitten aan Gods rechterhand. Die almachtige Schepper is onze nederige Heiland geworden. Hem de eer!




Lees meer »

Woensdag 12 november

Wij zullen toch allen voor de rechterstoel van Christus gesteld worden (...) Zo zal dan nu ieder van ons voor zichzelf rekenschap geven aan God.

Romeinen 14 vers 10 en 12

 

In 2009 werd het Scheringa Museum overvallen. Het was professioneel opgezet. De daders hadden een auto gestolen. Met vuurwapens bedreigden ze in het museum de mensen. Ze namen enkele schilderijen mee. Alleen was één ervan te groot: hij paste niet in de vluchtauto. Met open kofferbak reden ze weg.

Het is helemaal waar dat er ook uiterst geraffineerde schurken rondlopen. Ze zijn ongrijpbaar voor de politie en gaan ongestraft hun gang. Ze ontlopen hun straf en genieten van het leven. – Voelt dat niet onrechtvaardig?

Ja, maar ze ontlopen hun straf níet! Niemand ontkomt aan de hemelse Rechter, de Alwetende en Heilige. Geen crimineel, ook geen nette burger. Geen atheïst en geen religieuze. Ieder verschijnt voor Hem. Uiterlijk dan wordt duidelijk dat elke zonde tegen de Schepper grenzeloos dwaas is. Want die levert een eeuwige veroordeling op. Alleen wie in de Heere Jezus heeft geloofd, zijn alle zonden vergeven. Hij is gerechtvaardigd en voor eeuwig gered en gelukkig!




Lees meer »

Dinsdag 11 november

Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnenkomen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.

Openbaring 3 vers 20

 

De Heere Jezus deelde de gemeente te Laodicéa de ernstige boodschap mee dat Hij buiten stond. Hun liefde tot Hem was afgekoeld. Ze waren niet heet, ook niet koud, maar lauw. Daarmee kan de Heiland niets beginnen.

Hij laat hen echter duidelijk weten dat Zíjn liefde tot hen niet is verminderd. Hij gaf hen niet op. Nee, Hij stond aan de deur en klopte aan hun hart. Hij vraagt binnengelaten te worden.

Heel wat mensen noemen zich een christen, gaan naar de kerk, vieren vrome feesten en zingen mooie liederen. Maar de grote vraag is: Woont de Heere Jezus in mijn hart?

Als Hij buiten staat, is alles nutteloos en zinloos. Daarom klopt Hij aan. Hij wil binnenkomen en de maaltijd samen gebruiken. Hij verlangt naar werkelijke, geestelijke gemeenschap met ons.

Wie Hem binnenlaat, zal tot in eeuwigheid de Zijne zijn en met Hem de hemel genieten.




Lees meer »

Maandag 10 november

Uit genade bent u zalig geworden, door het geloof, en dat niet uit u, het is de gave van God; niet uit werken, opdat niemand zou roemen.

Efeze 2 vers 8 en 9

 

Earl Tupper was een Amerikaanse chemicus. Rond 1945 ontwikkelde hij een soort plastic waarin levensmiddelen bewaard konden worden met behoud van geur en smaak. Omdat de verkoop via winkels moeizaam verliep, werden verkoopparty’s in huiskamers geprobeerd. Dat werd een wereldwijd succes. Misschien zegt het de jeugd niet zoveel meer, maar wie kent Tupperware niet?

Tupper kocht een eiland voor de kust van Costa Rica. Daar probeerde hij van alles uit te vinden, maar het bleef bij zijn éne grote succes. Hij kreeg vooral aanzien door het weggeven van zijn kapitaal aan goede doelen.

Er is niets tegen goede werken. Integendeel! Als je maar niet denkt dat je daardoor zalig wordt. We worden alleen behouden door het geloof in het goede werk dat de Heere Jezus aan het kruis volbracht heeft. God wil straks geen mensen in de hemel hebben die zich erop beroemen dat ze daar op eigen kracht zijn gekomen. Nee, Hij zoekt mensen die Hem en Zijn Zoon prijzen voor hun eeuwige redding!




Lees meer »

Zondag 9 november

Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats.

Johannes 20 vers 6 en 7

 

Hoewel Petrus en Johannes het graf van de Heere Jezus leeg aantroffen, geloofden zij nog niet dat Hij was opgestaan.

De doeken waarin het lichaam van de Heiland was gewikkeld, lagen er; het lichaam zelf was weg. Eén ding viel in het bijzonder op: de zweetdoek lag op een aparte plek. Daardoor werd er de aandacht op gevestigd. En hij was opgerold. Dat betekende: het werk was af.

Een zweetdoek werd over het voorhoofd gebonden. Die verhinderde dat het zweet in de ogen liep. Maar het verzoeningswerk was voltooid. De Verlosser had aan het kruis geroepen: “Het is volbracht!”

De Heere Jezus was uit de dood opgewekt. Hij kon terugkeren naar Zijn God en Vader, naar de hemel. Daar kon Hij gaan zitten, in rust, in de wetenschap dat Hij alles had gedaan wat de Vader Hem had opgedragen.




Lees meer »