(...) tot het bloed van de besprenging, dat van betere dingen spreekt dan dat van Abel.
Hebreeën 12 vers 24
De oudste zoon van het eerste mensenpaar pleegde een moord: Kaïn doodde zijn eigen broer Abel. De aardbodem dronk zijn bloed. Dat bloed riep om vergelding, om straf, om wraak.
Op Golgotha stortte de Heere Jezus Zijn bloed. Hij verscheen ermee voor Gods aangezicht. Hij bood het de Heilige aan. Christus’ bloed spreekt van betere dingen: het roept om vergeving en verzoening.
Ja, het gestorte bloed van Christus getuigt ervan dat Hij het oordeel over de zonden heeft gedragen. Wíj hadden de straf verdiend, maar Híj heeft die gedragen. Daardoor is aan Gods eisen voldaan.
Omdat God heilig is, moet elke zonde bestraft worden. Maar Hij straft niet twee keer. Nu Christus alles op Zich heeft genomen en de hele straf heeft gedragen, kan God vergeving schenken. Het bloed van de Heiland roept Hem daartoe op – en Hij geeft aan die oproep graag gehoor.
De Heere Jezus moest daarvoor door Zijn eigen schepselen worden gekruisigd en door Zijn eigen God geslagen!