Is het vanwege uw inzicht dat de valk vliegt, en zijn vleugels uitspreidt naar het zuiden? Is het op uw bevel dat de arend zich verheft, en dat hij zijn nest in de hoogte maakt?
Job 39 vers 29 en 30
Spechten hoor je vaker dan je ze ziet. Ze tikken wel twintig keer per seconde tegen een boomstam. Zo onderhouden de vogels contact met elkaar én komen insecten van onder de bast tevoorschijn; dat is hun voedsel. De Schepper heeft de kop van de specht zó wonderlijk gemaakt dat de vogel zichzelf niet bewusteloos tikt of hersenletsel toebrengt.
Bij een weldenkend mens gaat het er toch niet in dat zoiets helemaal uit zichzelf is ontstaan, zonder de besturende hand van een ‘intelligent Wezen’? De bekende uitspraak is helemaal waar: Ik heb te weinig geloof om de evolutietheorie te aanvaarden.
In Job 38 tot en met 41 spreekt God tot Job. Hij laat hem Zijn grootheid en almacht zien, Zijn onmetelijke wijsheid. Job heeft geen antwoord op al Gods vragen. Hij is diep onder de indruk en buigt zich neer. Hij erkent zijn nietigheid en doet boete.
Zó heilzaam is het besef van de oneindige grootheid van God en van onze eigen geringheid!