Allen die Hem [= Christus] aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.
Johannes 1 vers 12
In de zomer twee jaar geleden gingen twee toeristen uit Amerika de Eiffeltoren in Parijs binnen. Ze verstopten zich op een plek tussen de tweede en derde verdieping waar bezoekers niet mogen komen. De twee waren dronken. Ze brachten er de nacht door. De volgende ochtend troffen personeelsleden het duo slapend aan. Omdat er geen schade was aangericht, liep het voor hen nog met een sisser af.
De hemel is de plek waar zondaars niet mogen komen. God is immers heilig; Hij duldt in Zijn huis geen onrecht. Het zal ook nooit iemand lukken om daar binnen te dringen.
Het is nodig om een geldig ‘toegangskaartje’ te hebben. Hoe krijg je dat? Door Jezus Christus als je Zaligmaker aan te nemen. Door in Hem te geloven. Daardoor – en daardoor alléén – worden we kinderen van God. Dat kindschap wordt ons geschonken.
En als Zijn kinderen staat het ons toe om de hemel binnen te gaan. We horen toch daar thuis waar onze Vader woont?