God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis.
Genesis 1 vers 26
Op de zesde dag werd Adam geschapen. Als iemand op de zevende dag had gevraagd: ‘Hoe oud is die man?’ , wat voor antwoord had hij dan gekregen? Misschien 30 of 40 jaar? Toch was hij maar één dag oud.
Als je toen een boom zou omhakken, zou je vele jaarringen zien. Toch waren die bomen nog maar vier dagen oud. Heeft God zo iets van ‘bedrog’ gepleegd? Iets laten lijken te zijn wat het niet was? Natuurlijk niet! Door die jaarringen worden bomen sterker. En Adam kon moeilijk als baby gemaakt worden; dan had God er ook een verzorgster of moeder bij moeten maken. Maar die had Hij dan ook als volwassenen moeten maken. Er is dus een simpele reden waarom Hij zo handelde. Hij is bovenal eenvoudig de soevereine Schepper. God doet wat Hij wil.
Mensen moeten niet denken dat ze Zijn doen en laten kunnen en mogen beoordelen. We moeten leren voor Hem te buigen en Zijn almacht te erkennen. Wíj beoordelen God niet, maar Híj ons! Hij is niet aan ons, maar wij zijn aan Hem rekenschap verschuldigd. Want Hij is de Schepper, en wij zijn Zijn maaksels.