Met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt.
Hebreeën 10 vers 14
De Israëlieten moesten de wet vervullen. Steeds als zij die overtraden, moesten zij een offer brengen. Ook Aäron moest God eerst voor zijn zonden het bloed van een offerdier aanbieden, vóór hij zijn dienst als hogepriester kon doen. En dat, iedere keer opnieuw!
Christus heeft ons daarentegen door één offer tot in eeuwigheid volmaakt. Hij is één keer voor altijd voor de zonde gestorven. Zijn offer was zó volkomen dat het nooit meer herhaald hoeft te worden. Evenmin moet er nog iets aan toegevoegd worden of zou er iets aan toegevoegd kunnen worden.
Hij heeft door Zijn offerdood de zonde zó volledig uitgedelgd dat Hij met de zonde niets meer te maken heeft. Wij die in Hem geloven, zijn geheiligd en volmaakt – door Zijn werk. Ook wij hebben principieel niets meer met de zonde te maken.
Christus stierf ervoor; God deed ze weg. Daarom komen we niet iedere dag opnieuw als arme en verloren zondaren naar het kruis om God om genade te smeken. We zijn gereinigde mensen die Christus danken dat Hij alles voor ons heeft volbracht!