Dinsdag 21 oktober

Aan hun zonden en hun wetteloze daden zal Ik beslist niet meer denken.

Hebreeën 10 vers 17


Het spreekwoord is waar: Als de liefde dun is, zie je de fouten dik. Als je iemand niet mag, heb je vaak alleen maar oog voor zijn fouten. Bij iemand die we liefhebben, zien we graag wat door de vingers. Of, nog meer, we zien de fouten helemaal niet!

Gods liefde gaat naar alle mensen uit. Ze zijn allen Zijn schepselen. Hij wenst ze daarom ook allemaal eeuwig gelukkig te zien. Zijn grote liefde maakt Hem echter niet blind voor onze zonden. Want Hij is ook heilig. Daarom kán Hij geen zonden door de vingers zien. Ze moeten worden geoordeeld.

Als wíj dat oordeel moesten dragen, was daarvoor de eeuwigheid nodig. Dan werden we nooit gelukkig en was Gods liefde niet tevredengesteld. Daarom liet God Zijn eigen Zoon het oordeel dragen.

Jezus Christus droeg de straf in drie vreselijke uren aan het kruis. Op grond daarvan kan God nu ieder vergeven die z’n zonden voor Hem belijdt. Dan vergeeft Hij die volkomen en onherroepelijk. Hij ziet de zonden dan niet meer ‘dun’, maar helemaal niet meer! Hij zal er beslist nooit meer aan denken.