Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus, langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees (…) laten wij tot Hem naderen.
Hebreeën 10 vers 19 tot en met 22
Voor de gelovige christen bestaat het heiligdom niet uit steen of hout. Nee, het is de hemel zelf. Dáár zijn de Personen Die hij aanbidt: God de Vader en de Heere Jezus Christus, Zijn Zoon.
Door het geloof naderen we tot God, gaan we in Zijn tegenwoordigheid in, met volle rust en blijdschap. Als verlosten hoeven we voor Hem niet bang te zijn.
Mannen en vrouwen mogen binnenkomen. Hun nationaliteit en huidskleur telt niet. Evenmin of ze rijk zijn of arm. Allen die door geloof in God nieuw leven hebben ontvangen, kunnen komen.
Door Christus’ bloed is de weg geopend. Onze zonden hadden God onteerd en ons besmeurd. Ze waren een onoverkomelijk struikelblok. Door het sterven van de Heere Jezus zijn ze weggedaan. Híj heeft ze gedragen. Het storten van Zijn bloed maakte de toegang tot het heiligdom van God vrij.