Dinsdag 11 november

Zie, Ik sta aan de deur en Ik klop. Als iemand Mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik bij hem binnen- komen en de maaltijd met hem gebruiken, en hij met Mij.

Openbaring 3 vers 20

 

De Heere Jezus deelde de gemeente te Laodicéa de ernstige boodschap mee dat Hij buiten stond. Hun liefde tot Hem was afgekoeld. Ze waren niet heet, ook niet koud, maar lauw. Daarmee kan de Heiland niets beginnen.

Hij laat hen echter duidelijk weten dat Zíjn liefde tot hen niet is verminderd. Hij gaf hen niet op. Nee, Hij stond aan de deur en klopte aan hun hart. Hij vraagt binnengelaten te worden.

Heel wat mensen noemen zich een christen, gaan naar de kerk, vieren vrome feesten en zingen mooie liederen. Maar de grote vraag is: Woont de Heere Jezus in mijn hart?

Als Hij buiten staat, is alles nutteloos en zinloos. Daarom klopt Hij aan. Hij wil binnenkomen en de maaltijd samen gebruiken. Hij verlangt naar werkelijke, geestelijke gemeenschap met ons.

Wie Hem binnenlaat, zal tot in eeuwigheid de Zijne zijn en met Hem de hemel genieten.