Zaterdag 15 november

Toen bad Jona tot de HEERE, zijn God, vanuit het binnenste van de vis. Hij zei: Ik riep uit mijn benauwdheid tot de HEErE en Hij antwoordde mij.

Jona 2 vers 1 en 2

 

De sleepboot Jascon-4 raakte voor de kust van Nigeria in zwaar weer, kapseisde en zonk. Zestig uur later ging een duiker het wrak binnen, op dertig meter diepte, en trof daar de kok aan, levend en wel. Harrison Okenezat in de hut van de tweede machinist in een luchtbel. Hij overleefde op een blik sardientjes en een fles cola. Hij had gebeden – en hij was wonderlijk verhoord.

Jona was ongehoorzaam en raakte daardoor zwaar in de problemen. Pas toen hij overboord gezwiept en door de vis opgeslokt was, begon hij te bidden – en toen verhoorde God hem ook nog!

De rover aan het kruis had z’n hele leven aan één stuk door gezondigd, maar toen hij de Heere Jezus om genade vroeg, werd hij aangenomen.

Als nu een mens zich tot God bekeert en zijn zonden belijdt, aarzelt God evenmin, maar neemt hem aan. God staat als het ware op de uitkijk of iemand zich omdraait en tot Hem komt. Dan opent Hij Zijn armen!