Jezus zei tegen hen: Mijn voedsel is dat Ik de wil doe van Hem Die Mij gezonden heeft en Zijn werk volbreng.
Johannes 4 vers 34
Eten is van levensbelang. Voor de Heere Jezus was de gehoorzaamheid aan Zijn Vader Zijn dagelijkse voedsel. Dat betekent niet ‘alleen maar’ dat Hij dagelijks, dus voortdurend gehoorzaam was. Het gaat veel verder. Hij vond Zijn vreugde in het gehoorzaam zijn aan de wil van Zijn Vader. Hij wílde niet anders. Hij wenste het werk te volbrengen dat Hem was opgedragen.
De Heiland wist wat dat inhield. Hij was ervan op de hoogte dat Hij daartoe door de mensheid uitgestoten zou worden. Dat door de Joden over Hem geschreeuwd zou worden: ‘Kruisig Hem! Op aarde is voor Hem geen plaats!’
Hij wist ook – en dat was vele malen erger – dat Hij aan het kruis door God verlaten zou worden. Dat God Hem tot zonde zou maken en Hem als zodanig zou behandelen. Dat God de talloze zonden van allen die in Hem zouden geloven, op Hem zou leggen. Dat Hij de straf erover moest ondergaan. Hij wist alles van tevoren, maar aarzelde niet die weg te gaan. Hij wilde Gods werk volbrengen!