Dinsdag 25 november

Zij tonen dat het werk van de wet geschreven is in hun hart. Daar getuigt ook hun geweten van.

Romeinen 2 vers 15

 

Vandaag twee jaar geleden liep een 16-jarig meisje in het Duitse Cuxhaven. Bij een bouwterrein in de wijk Lüdingworth vond ze een portemonnee. Daar zat bijna 7.400 euro in. Ze leverde hem in bij het politiebureau. Niet lang daarna haalde de eigenaar hem op. Hij liet een passend vindersloon voor het meisje achter. – Ze had de portemonnee ook kunnen houden. Dan was ze heel wat euro’s rijker geweest, maar een schoon geweten armer.

In de dagtekst gaat het om mensen die nog nooit iets van God hebben gehoord. Ze kennen de wet en het Oude Testament niet, en nog minder het evangelie en het Nieuwe Testament. Maar ze voelen diep in hun hart aan wat goed en fout is. Bovendien getuigt hun geweten ervan.

Als je geweten je aanklaagt, word je ongelukkig. Wie in Christus gelooft, is door Zijn kostbare bloed van z’n zonden gewassen. Hij heeft een gereinigd geweten. Hij weet: ál mijn zonden zijn weggedaan, ik ben gerechtvaardigd. Waarom zouden we ons dan nog schuldig voelen of bang zijn voor het oordeel?