Vrijdag 6 juni

Arglistig is het hart, boven alles, ja, ongeneeslijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE, doorgrond het hart.

Jeremia 17 vers 9 en 10

 

Het menselijk hart is arglistig – volgens het woordenboek: gemeen, listig en boosaardig. Mensen bedriegen niet alleen vaak hun medemensen, maar ook zichzelf.

Als iemand iets fout heeft gedaan en het komt uit, bewijst z’n reactie dat. Hij probeert zichzelf te rechtvaardigen door te zeggen dat hij verkeerd begrepen is. Het was immers goed bedoeld! Of hij probeert anderen de zwarte piet toe te spelen. Bovendien, je moet niet alles zo opkloppen! Eigenlijk is er toch niets aan de hand?

Zo vegen we ons eigen straatje schoon. Maar o wee, als een ander óns verkeerd heeft behandeld! Dan weten we de vinger precies op de zere plek te leggen.

God is goed en vol barmhartigheid. Hij is ook heilig en volkomen rechtvaardig. Hij legde de straf die wij hadden verdiend, op Zijn eigen Zoon. Daardoor is aan Zijn heilige eisen voldaan. Nu kan Hij barmhartigheid laten gelden en genade bewijzen – aan ieder die zich daarvoor opent!