Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God.
Hebreeën 11 vers 3
Morgen is het 56 jaar geleden: toen landden de eerste mensen op de maan. Het waren Neil Armstrong en Buzz Aldrin. Wat was de mensheid trots op hun kunnen! We kennen allemaal dat argument van een atheïstische leraar: die astronauten hebben God op de maan ook niet gezien, dús Hij bestaat niet. – In het heelal stelt het sprongetje van de aarde naar de maan helemaal niets voor. De afstanden in het universum zijn zó duizelingwekkend groot – en dat schiep God door enkel een woord te spreken. Hij sprak, en het was er!
Wij hebben grondstoffen nodig om iets te maken, maar Hij liet de grondstoffen zelf ontstaan. Daarin wordt Zijn grote macht zichtbaar. Het hele heelal met z’n ontelbare sterren en planeten bestaat onder andere om ons onder de indruk van Zijn almacht te brengen. Het laat ons neerknielen voor Hem.
Wie zichzelf verheft en zich op de borst slaat, wordt op Gods tijd vernederd en gestraft. Maar wie nederig voor Hem buigt en Hem aanvaardt, wordt door God verhoogd en aan Zijn eigen hart gebracht.